In deze stolpboerderij gaat de dichte rechte steektrap over in een open driekwarttrap. Voor deze open trap fungeert een van de vierkantpalen als spil. De traptreden zijn met stalen lippen aan het vierkant bevestigd. Zowel bij de steektrap als de verdreven trap liggen de traptreden op de keepboom. Bij de verdreven trap is keepboom voor de eerste twee kwarten opgedeeld in drie delen die met een slisverbinding in elkaar grijpen. De trapboom lijkt een vrije overspanning te maken van de ene naar de andere muur. Constructief gezien is deze slisverbinding onvoldoende sterk en de ontwerper bedacht een prachtige en in de vormgeving geïntegreerde oplossing om het krachtenspel op te vangen. Door de slisverbinding is een trekstang gestoken die de verbinding borgt, daarna als spijl fungeert en via de leuning naar boven gaat en aan een draagbalk in de dakconstructie is verankerd. Constructief en esthetisch gezien een goed gekozen oplossing die perfect is uitgevoerd. De natuurlijke uitstraling van het vierkant behakte hout dat de stolp keert terug in het gebruik van daksparren als leuning en aan de voorzijde van de eiken traptreden een wankant te laten zitten. De onderste trap is voorzien van een bloktree. Het blank eiken komt goed tot zijn recht dankzij de dekkende afwerking van de optrede in de dichte trap en de spillen en trapbomen in beide trappen.
KONIJN HOUTBEWERKING
Architectural decisions